De tweede biologische manager die we allemaal in ons hebben – ongeacht welk type we zijn qua constitutie – is de Pitta dosha: de manager van alle processen van omzetting en verbranding. Van spijsvertering tot en met cellulair metabolisme. De Pitta dosha steunt hierbij op de oerelementen vuur en water, simpelweg omdat vuur alleen te heet zou zijn in ons organisme. Daarom heeft het lichaam dat vuur in een medium van water gezet. Maar de hoofdfunctie van deze dosha is verbonden aan vuur – dat in Ayurveda ook wel Agni wordt genoemd.
Agni is cruciaal voor onze gezondheid. Een goede omzetting en verbranding is essentieel voor het voortbestaan van ons organisme. Een slecht werkend ‘vuur’ – in maagdarmkanaal of elders – leidt tot wat in ayurveda wel ‘slijk’ (of Ama) wordt genoemd. Het is gemakkelijk voor onze tong om van alles te eten wat we lekker vinden, maar zelden zijn we er ons echt van bewust dat dit allemaal juist en volledig verteerd moet worden om echt een plaats en functie te kunnen krijgen en vervullen binnen ons hooggespecialiseerde organisme.
Is die verbranding en omzetting incompleet, dan moet het lichaam iets met de reststoffen gaan doen: alsnog proberen af te voeren of tijdelijk ergens ‘weg parkeren’ in ons lichaam. Gebeurt dit een enkele keer, dan heeft het lichaam veel manieren om voor die ballast adequaat een oplossing te zoeken. Maar wordt dit een chronisch probleem, dan zamelen de ballaststoffen ofwel dit slijk, zich overal op in de weefsels, en dat leidt tot storingen op structureel én functioneel gebied.
Omdat Ayurveda dit punt van Agni als essentieel ziet, zijn er ook op dit gebied een aantal richtlijnen geformuleerd die voor iedereen gelden. Wederom richtlijnen die helpen ter preventie, of als ondersteuning bij de behandeling van aandoeningen. En wederom richtlijnen die bij heel simpele zaken beginnen, in dit geval vooral wat betreft wat je eet, hoe je het eet, en wanneer je het eet. Zo wijt Ayurveda meer dan 50% van de moderne westerse aandoeningen aan het eten van een stevig ontbijt, vóórdat de maaltijd van de vorige avond geheel verteerd is. Ze hebben daar zelfs – al duizenden jaren geleden – een speciale naam aan gegeven: ‘slijk-gerelateerde indigestie’.
De beste remedie daartegen is simpel: wachten met je ontbijt totdat je werkelijk een hongergevoel hebt. In de praktijk ligt dat wat moeilijker: de meeste mensen met een modern en westers eetpatroon hebben verleerd wat een waarlijk hongergevoel is: een licht en enthusiasme brengende gloed vanuit de maagstreek. Wat wij kennen als honger is vaak verbonden met een zwak gevoel, met irritatie, of met een gevoel van psychologische leegte. Daar reageren we vaak (te) snel op en dat betekent in de praktijk dat we vaak alweer eten, voordat de spijsvertering van de vorige dag volledig zijn werk heeft gedaan (en de darmen ook geleegd zijn, als onderdeel daarvan; zie paragraaf hierboven).
Daarnaast kent Ayurveda remedies voor het ondersteunen van een goed vuur op het gebied van voeding en dieet, met name ook wat betreft lichter eten alsmede het gebruik van kruiden en specerijen in het eten (en die hoeven niet oosters of Indiaas te zijn!). Ook kent Ayurveda specifieke plantaardige remedies die helpen om Agni een extra duwtje in de rug te geven.
Een goed voorbeeld daarvan is de complexremedie Trikatu, bestaande uit gember, zwarte peper en lange peper. Daarnaast zijn er – voor specifieke condities – nog weer heel specifieke Agni-formules, dat zijn er tientallen. Het consequent doorvoeren van goede Agni leef- en eetregels alsmede de wijze inzet van keukenkruiden en kruidenremedies, kan een zeer goede bijdrage leveren aan het voorkomen en verlichten van welvaartsaandoeningen.
Geef een reactie